Voortplanting bij de hond

Het beste dektijdstip bepalen

De betrouwbaarste methode baseert zich op de progesteronconcentratie in het bloed. Wanneer van start gaan? Vijf dagen na het begin van de loopsheid kan men het best voor de eerste maal bloed laten trekken. Op basis van de progesteronconcentratie wordt dan bepaald wanneer de bloedname herhaald zou moeten worden. Dit gebeurt tot de optimale concentratie bereikt is. Dan kan de teef gedekt worden.

Leeftijd

Een teefje zou bij haar eerste dekking toch minstens twee loopsheden moeten doorgemaakt hebben.

Drachtig of niet?

Er zijn verschillende methodes om dracht vast te stellen:
Buikpalpatie: buikpalpatie is de goedkoopste en gemakkelijkste manier om dracht te diagnosticeren en wordt het best uitgevoerd ongeveer 28 tot 30 dagen na de dekking. Vanaf dag 35 is deze methode echter niet meer betrouwbaar. Na dag 45 wordt palpatie weer mogelijk.
Echografie: vanaf dag 23 kan dracht reeds gediagnosticeerd worden maar het wordt pas echt duidelijk vanaf dag 28.
Relaxineconcentratie in bloed: vanaf dag 21 kan een verhoogde relaxineconcentratie in het bloed gemeten worden. Als de test negatief blijkt moet hij 7 à 10 dagen later herhaald worden.
Radiografie: pas vanaf dag 45 wordt het mogelijk om d.m.v. radiografie pups aan te tonen in de baarmoeder.

De dracht

De gemiddelde drachtduur bedraagt 63 dagen, maar kan variëren van 55 tot 68 dagen, in sommige gevallen zelfs tot 71 of 72 dagen. Dit kan o.a. verklaard worden door de lange oestrusperiode van de teef waarin ze meerdere keren gedekt kan worden en door de lange overlevingsduur van het sperma in de vrouwelijke geslachtstractus.

Ontworming en vaccinatie

Dekking

De teef moet voor het dekken in orde zijn met haar vaccinatie tegen honden- en kattenziekte. Ze moet ook ontwormd zijn.

Voor het jongen

10 dagen voor het jongen moet de teef opnieuw ontwormd worden.

Na het jongen

Teef: 14 dagen na het jongen ontwormen

Pups:

• 2 weken oud: ontwormen
• 4 weken oud: ontwormen
• 6 weken oud: ontwormen + vaccineren tegen honden- en kattenziekte
• 8 weken oud: ontwormen
• 9 weken oud: vaccineren tegen hondenziekte, kattenziekte en rattenziekte en eventueel tegen kennelhoest (hondenschool!)
• 12 weken oud: ontwormen + vaccineren tegen hondenziekte, kattenziekte en rattenziekte
• Daarna maandelijks ontwormen tot leeftijd van 6 maanden.

De omgeving en het jongen

De aanwezigheid van de eigenaar heeft bij de meeste honden een positieve invloed bij het jongen. Plotse verstoringen waardoor angst ontstaat, kunnen het jongen vertragen of volledig tot stilstand brengen.
Heldere, slijmerige uitvloei kan soms al 1 à 2 dagen voor de geboorte opgemerkt worden. De dag van het jongen daalt de lichaamstemperatuur van de teef met 0,5 tot 1,5°C, wat vaak gepaard gaat met rillen en onrust.
Het teefje gaat meestal frequent kleine hoeveelheden plassen of defaeceren. Ze begint te persen. De teef drinkt vaak tijdens het jongen. Het is dus aan te raden vers drinkwater bij de teef te plaatsen.
De jongen worden in de vruchtvliezen geboren. De gemiddelde ‘tussenpuptijd’ (tijd tussen het geboren worden van 2 pups) bedraagt 45 minuten. De teef kan tussen twee uitdrijvingen zelfs in slaap vallen. Dit is compleet normaal.
Wanneer de teef te veel nageboortes opeet, heeft ze vaak de eerste dagen last van diarree.
Tot drie weken na het jongen kan de teef nog uitvloei hebben, die in de loop van die periode steeds helderder wordt.
Pasgeboren pups zijn zeer gevoelig voor onderkoeling en nemen de temperatuur van de omgeving over. Daarom moet de mogelijkheid gelaten worden om eventueel een infraroodlamp te gebruiken om de omgevingstemperatuur voor de pups optimaal te houden.

Voeding

De teef moet vanaf de 4de of de 5de week van de dracht meer voedsel krijgen. Men schakelt best over naar 2 tot 5 voedingen per dag. Ook kan men de gewone onderhoudsvoeding beter vervangen door een power-voeding of puppy brokken omdat daar meer energie in zit.
De eerste levensweken voorziet de teef in het onderhoud van de pups, maar vanaf de 4de levensweek (als de tandjes doorbreken) moet de opname van vast voeder gestimuleerd worden; zeer verteerbaar voeder met hoge energiedichtheid.